De bloedsomloop van de Blauwe Vinvis
Bloedsamenstelling

De rode bloedcellen:
Rode bloedcellen zien eruit als kleine ronde schijfjes die in het midden iets dunner zijn. Rode bloedcell hebben geen celkern, maar ze vormen wel het grootste deel van de vaste bestandsdelen. Rode bloedcellen zijn erg belangrijk; Want hoe komt het dat de rode bloedcellen rood zijn? Dat komt doordat er een stofje in zit. Dat stofje heet Hemoglobine en is erg belangrijk.
De witte bloedcellen:
Witte bloedcellen zijn een soort wit-blauw achtige cellen die geen vaste vorm hebben. Ze hebben i.t.t. de rode bloedcellen wél een celkern, maar ze komen minder vaak voor in het bloed.
De witte bloedcellen zijn een soort soldaatjes van de blauwe vinvis. Als de vinvis ziek dreigt te worden, komen de witte bloedcellen in actie en doden de slechte bacteriën. De vinvis heeft verschillende typen witte bloedcellen en elk typ bestrijd een soort bacterie. Als een witte bloedcel een slechte bacterie tegen komt, sluit hij hem in en slokt hem als het ware op waarna de bacterie dood gaat. Hierbij gaat de witte bloedcel meestal ook dood. Zo ontstaat er pus.
De bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn i.t.t. de witte en rode bloedcellen geen echte cellen, maar delen van uiteengevallen cellen. Ze hebben daarom ook geen celkern. Bloedplaatjes hebben als functie dat als het bloed buiten de bloedvaten is, het gaat stollen. Daarbij speelt ook het bloedplasma een rol.

Bloedsomloop
De bloedsomloop is de weg die het bloed aflegt in de blauwe vinvis. Dat is nodig omdat het bloed zuurstof vervoert voor de organen en omdat het bloed voedingsstoffen vervoert. De bloedsomloop is opgedeeld in twee delen:
De kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop is de bloedsomloop die ervoor zorgt dat er zuurstof ín het bloed en koolstofdioxide úit het bloed gaat. Eerst gaat het bloed via de rechterboezem door de hartklep naar de rechterkamer. Via de rechterkamer stroomt het bloed door de halvemaanvormige kleppen in de longslagader. Via die slagader stroomt het bloed naar de longen waarna er gaswisseling plaatsvind; De koolstofdioxide gaat uit het hemoglobine door de bloedcel. Daarna door het haarvat en via de longblaasjes de lucht in. En de zuurstof gaat via de longblaasjes door het haarvat en in de rode bloedcel. Het wordt in het hemoglobine vervoerd weer terug naar het hart.
Het bloed stroomt via de longader weer zuurstofrijk en koolstofdioxidearm terug naar het hart en komt terecht in de linkerboezem om daarna het hele lichaam door te gaan (grote bloedsomloop). Dit was de kleine bloedsomloop, dus hart-longen-hart.
De grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop is erg belangrijk voor de organen, want de grote bloedsomloop zorgt ervoor dat de organen zuurstof krijgen en dat is erg belangrijk. De grote bloedsomloop begint in de linkerboezem, daarna gaat het door de hartklep de linkerkamer in. Via de halvemaanvormige klep stroomt het bloed in de aorta. De Aorta is een slagader die het bloed door heel het lichaam stuurt. Er zijn aftakkingen die naar de kop van de vinvis zijn, maar er gaat ook bloed helemaal naar de staart.
Het bloed komt uiteindelijk zuurstofarm en koolstofdioxiderijk de holle aders binnen en komt zo weer in de rechterboezem terecht om weer naar de longen (kleine bloedsomloop). Dit was de grote bloedsomloop, dus hart-lichaam-hart.
Hart
Het hart is het belangrijkste deel van de hele bloedsomloop. Het zorgt er namelijk voor dat al het bloed door het lichaam wordt gepompt. Het hart is opgedeeld in twee delen: Het rechter deel, dat pompt het bloed naar de longen (kleine bloedsomloop) en het linker deel, dat pompt het bloed door het hele lichaam (grote bloedsomloop). Elk deel van het hart is ingedeeld in twee 'ruimtes'. Je hebt de boezems en de kamers.
Het rechterdeel
De rechterboezem ontvangt het bloed via de holle aders. Als er voldoende bloed binnen is zorgt een elektrische schok (de sinusknoop) ervoor dat de boezem samentrekt waardoor de hartklep opengaat en het bloed naar de rechterkamer stroomt. Na de rechterkamer komt de longslagader. Daartussen bevinden zich de halvemaanvormige kleppen. Deze klep zorgt ervoor dat als het bloed in de longslagader terechtkomt, het niet terug stroomt.
Het linkerdeel
Nadat het bloed bij de longen is geweest, komt het terug door de longader. Het bloed stroomt dan de linkerboezem samen. Als die vol zit wordt er weer door de sinusknoop een signaal gegeven en komt het bloed in de linkerkamer. Vandaar komt het bloed in de aorta en ook hier zorgen de halvemaanvormige kleppen ervoor dat het bloed niet terugstroomt.
De krans- en de kransslagaders
Het hart is een grote en sterke spier, maar het hart heeft ook zuurstof nodig om het bloed rond te pompen. Daarom heeft het hart speciale bloedvaten die het hart voeden en zuurstof geven. De kransaders en de kransslagaders en ze zitten om het hart heen. De kransslagader is de slagader die zuurstofrijk bloed aan de hartspier geeft. Dit zijn aftakkingen van de aorta. De kransaders voeren het bloed dat zuurstofarm is weg van de hartspier en komen meteen in de rechterboezem terecht.
Weetjes
- Het hart van een blauwe vinvis is even groot als een kleine auto en weegt wel 600 kg
- De aorta van de vinvis is zo wijd dat er een kind door kan kruipen
- Bij elke hartslag van de vinvis pompt hij wel 270 liter bloed rond